monsterjam abc
Wegwijs worden in de wrede wereld van de monster trucks? Dit ABC geeft je alle informatie over de meest gebruikte termen!
Auger in: ‘D’r in duiken’. Met de neus als eerste naar beneden. Ook wel een ‘nose plant’
Bite: Grip. Hoe de banden zich als het ware in het parcours ‘bijten’.
Blower: Soort injectiesysteem dat een combinatie van lucht en brandstof de motor in ‘blaast’ om meer pk’s te genereren. Ook bekend als een ‘supercharger’.
Burn out: De banden van de truck heel snel laten spinnen om alle aarde uit het profiel kwijt te raken en meer grip te krijgen.
Case it: Als het laagste gedeelte van het frame van de truck op het hoogste punt van de hindernis komt.
Chip: Elektronische chip die het aantal toeren per minuut van de motor regelt.
Coil over shocks: Bepaalde schokdempers met grote omwikkelde springveren.
Cross-thread: Een sprong diagonaal over auto's heen.
Cutting the tires: Handmatig bijwerken van de banden om meer grip te krijgen en minder gewicht. Dit kan per band wel 50 uur duren.
Cyclone: Een donut op heel hoge snelheid.
Donut: Een monster truck heel hard laten spinnen op één plaats.
Drive shaft loops: Speciale beugels die om de aandrijfstangen worden bevestigd, om te voorkomen dat er onderdelen gaan rondvliegen bij een botsing.
Drop the hammer: De hamer neer laten komen. Heel hard op het gaspedaal trappen.
Dry hop: Een burn-out maken bij de startlijn, om deze vrij te maken van rotzooi.
Endo: ‘End-over-end’, koprol. Als een truck crasht en daarbij een aantal keer over de kop gaat.
E.T.: ‘Elapsed Time’. De tijd die een truck nodig heeft om één keer het parcours te rijden.
Eyeball the track: Informeel het parcours te bekijken.
Five-point harness: Een verplichte vijfpuntsveiligheidsgordel, met een band over elke schouder en beide heupen, die tussen de benen worden bevestigd.
Four Link: Een bepaald type ophanging dat wordt gebruikt bij monster trucks. De vier belangrijkste aandrijfstangen die de voor- en achterassen met het chassis verbindt. De ophanging is verstelbaar zodat de mate van grip kan worden aangepast.
Freestyle: Een van de twee onderdelen van de Monster Jam Series competitie. De bestuurders krijgen een beperkte tijd om, ieder voor zich, op te treden op het parcours. Een aantal fans, speciaal geselecteerd door de USHRA, mag vaak plaatsnemen in de jury.
Fuel cell: Brandstofcel. Een brandstoftank die beveiligd is tegen lek stoten.
Fuel delivery: Brandstoftoevoer. De juiste verhouding tussen brandstof en lucht die op de juiste manier in de motor wordt gebracht voor het maximaal haalbare aantal pk’s.
Gag it: ‘Snoer ‘m de mond’. Het gas helemaal opengooien. Ook wel Drop the hammer.
Grab a footful: ‘Een voet vol geven’. Op het gaspedaal staan. Zie ook Gag it en Drop the hammer.
Grenade: Granaat. Een motorblok of ander onderdeel zodanig beschadigen dat het uit elkaar valt.
Hammer: Hamer. Ander woord voor gaspedaal.
Headers: Speciale uitlaatpijpen, ontworpen voor de afvoer van uitlaatgassen vanuit de motor.
Heim Joint: Verstelbare uiteinden aan verschillende onderdelen van het chassis.
Hole Shot: De eerste truck die van de start wegschiet.
Hook up: Genoeg grip hebben voor een snelle acceleratie.
Hookin’ clay: De speciale grondsoort die wordt gebruikt zodat de banden meer grip hebben.
Hot shoe: Een topbestuurder.
Lose fire: De motor stationair laten draaien.
Mash the motor: Snelheid maken.
Methanol: Het brandstofmengsel, gemaakt uit onder andere alcohol, dat wordt gebruikt voor monster trucks.
Nitrogen-charged shocks: Een bepaald type schokdempers dat gevuld is met stikstof.
Pass: Een complete run over de auto’s.
Pogo: Als een truck springt, ‘pogot’, op zijn achterste wielen, terwijl hij een wheelie maakt.
Power out: Als een bestuurder even heel veel snelheid maakt om te voorkomen dat een truck omver rolt.
Pull the pin: De pin eruit trekken. Het eerste dat een official moet doen als een truck omver rolt. Deze pin zit in de achterbumper en als hij eruit getrokken wordt, sluit alle stroomtoevoer van de truck in één keer af.
Quick change transfer case: Een speciale versnellingsbak, waarin alle drijfstangen samenkomen, zodat de bestuurders de versnellingen kunnen verwisselen, afhankelijk van de lengte van het parcours.
Read the track: ‘Het parcours lezen’. Nagaan hoe de conditie van het parcours is.
Remote Ignition Interrupter (RII): Een op afstand bedienbare startonderbreker. Deze kan door officials worden gebruikt tijdens noodgevallen.
Red light: Als een monster truck de start te vroeg verlaat, namelijk voordat het groene licht gaat branden, krijgt hij het rode licht.
Revs: ‘Revolutions’, toerental per minuut van een motor (ook wel ‘RPMs’).
Riding the wave: Heel hard neerkomen en op de voorbanden stuiteren terwijl de truck nog rijdt.
Roll cage: De stalen kooi binnen de carrosserie waardoor de bestuurder beschermd wordt.
Roll over: Als een truck helemaal omrolt.
Sky wheelie: Als een monster truck rechtop staat met de voorbanden omhoog, onder een hoek van 90°.
Side-by-side: Nek-aan-nek. Twee trucks die tegen elkaar racen.
Slap wheelie: Als een monster truck neerkomt na een wheelie en terugveert omhoog en nóg een wheelie maakt.
Staged: Als een monster truck klaarstaat voor de start.
T-bone: Een frontale botsing tegen de zijkant van een obstakel.
Teeter: Als een monster truck een wheelie maakt op zijn achterste banden en tegelijkertijd heen en weer beweegt.
Tranny: ‘Transmission’. De versnellingsbak.
Walk it: Een wheelie tijdens het rijden waarbij de monster truck om beurten op beide kanten neerkomt.
Wheelie: Wanneer een monster truck op zijn achterste wielen rijdt en de beide voorwielen omhoog houdt.
Wheel travel: De afstand tussen de wielen en de carrosserie als de monster truck door de lucht ‘rijdt’.